9.3     Basisprotocollen

9.3.1       Ethernet

Deze standaard, uitgebracht door het IEEE (Institute of Electrical and Electronics Engineers) onder de code 802.3 bestaat al sinds de jaren 80 en wordt wereldwijd gebruikt om meerdere toestellen met elkaar te verbinden in een netwerk. De meest voorkomende toepassing is het gebruik in bekabelde computernetwerken (bv. in een kantoor of een datacenter). Meerdere netwerktopologieën zijn mogelijk, maar meestal wordt een ster- of boomstructuur gebruikt. De knooppunten van deze structuren bestaan dan uit speciale toestellen zoals hubs en switches.

De standaard beschrijft enerzijds hoe de bits over het fysieke medium verstuurd kunnen worden (laag 1 in het OSI model). Ethernet ondersteunt verschillende fysieke media en snelheden. Hieronder een aantal voorbeelden (niet exhaustief):

Anderzijds beschrijft de standaard ook de Data Link laag (laag 2 in het OSI model). Binnen dat Data link laag worden vaak volgende sub-lagen onderscheden:

  • MAC laag: Media Access Control
  • LLC laag: Logical Link Control

Oudere Ethernet standaarden maken gebruik van een half-duplex bustopologie. Wanneer nodes op het zelfde moment zenden, ontstaat er een botsing en kan de data niet ontvangen worden. Om toch probleemloos te communiceren wordt de CSMA/CD (Carrier-Sense Multiple Access with Collision Detection) methode gebruikt binnen de MAC sublaag. Recentere standaarden (vanaf Gigabit Ethernet) gebruiken enkel nog full-duplex mode waarbij botsingen niet langer mogelijk zijn.

De MAC laag regelt dus de manier waarop toestellen toegang krijgen tot het fysieke medium. Naast eventuele CSMA/CD wordt ook altijd gebruik gemaakt van een MAC-adres, wat een vast adres is dat gebruikt wordt als identificatie van de netwerkaansluiting van een toestel.

Ethernet is oorspronkelijk een LAN technologie maar wordt tegenwoordig ook gebruikt voor het overbruggen van grotere afstanden via glasvezel, wat een WAN toepassing is.

Toestellen die fysiek op hetzelfde Ethernet netwerk aangesloten zijn, kunnen tot verschillende logische netwerken behoren. Hiervoor worden zogenaamde VLANs (Virtual LAN) gebruikt. Via VLANs kunnen op één fysiek Ethenet netwerk (LAN) meerdere virtuele netwerken (VLANs) gebruikt worden om bijvoorbeeld een systeem voor gebouwautomatisering en een klassiek computernetwerk samen te gebruiken zonder extra bekabeling te voorzien.

Ga naar volgende artikel: Wi-Fi
Keer terug naar de inhoudsopgave