3.2     Ready2Services

3.2.1       Beschrijving

Ready2Services of R2S is een label voor niet-residentiële gebouwen dat ontstaan is in Frankrijk. Het initiële R2S-label is enkel van toepassing op niet-residentiële gebouwen, maar ondertussen is er ook een variant voor residentiële gebouwen (‘R2S Residential’). Het R2S-label geeft een score die gebaseerd is op een aantal vereisten die opgedeeld worden in thema’s. De score is een weergave van de mate waarin een gebouw klaar is voor het aanbieden van slimme diensten of ‘smart services’. Hierbij ligt de focus op het ‘Smart Network’ dat als ruggengraat van het slimme gebouw de verschillende diensten mogelijk maakt. Afgezien van energiemonitoring, wat gezien wordt als een must-have voor alle gebouwen, vermeldt de algemene R2S-specificatie geen specifieke diensten. Via extensies van het R2S-label kan wel dieper ingegaan worden op specifieke diensten. Zo legt de 4GRIDS-extensie de focus op diensten rond energiebeheer. Dit zijn de thema’s die gebruikt worden bij de berekening van de R2S-score:

  • Connectiviteit
  • Netwerk architectuur
  • Toestellen en interfaces
  • Digitale veiligheid
  • Verantwoordelijk management
  • Diensten (‘Services’)

De vereisten zijn grotendeels technisch, maar er wordt ook aandacht besteed aan andere belangrijke aspecten zoals de uitbating van het systeem en het beheer van de datastromen. De totale eindscore wordt vertaald in een rangschikking gebruik makend van sterren (0 tot 3 sterren).

Binnen het R2S-raamwerk worden drie lagen gedefinieerd:

  • Applicatielaag: diensten (‘Services’)
  • Communicatielaag: Smart Network
  • Hardware laag: ecosystemen van toestellen

Een vereiste voor het kunnen toekennen van het R2S-label is de aanwezigheid van een zogenaamd ‘Smart Network’. Dit is een Ethernet/IP gebaseerd netwerk binnen het gebouw dat als volgt gedefinieerd wordt:

“The “Smart Network” is the unifying network of an R2S building, service oriented (SOA) and using the IP protocol. It is secured and exclusively uses the Ethernet standard on the local network and the Internet standard from the exterior of the building. The hardware ecosystems, whatever their protocol, communicate on the Smart Network using APIs or web services exposed on the Smart Network and on the World Wide Web.”

Er wordt dus vereist dat de verschillende gebouwsystemen op applicatielaag niveau (API, web services) kunnen communiceren. API staat voor Application Programming Interface en is een manier om softwarecomponenten met elkaar te laten communiceren. Het Smart Network kan een afzonderlijk fysiek netwerk zijn of kan gebruik maken van een reeds bestaande IT-infrastructuur. In het laatste geval moet dan wel met VLAN (Virtual LAN) gewerkt worden om het Smart Network logisch gescheiden te houden van de andere netwerken op de fysieke infrastructuur. Systemen die niet gebaseerd zijn op Ethernet/IP (bv. KNX/TP of Bluetooth) kunnen op het Smart Netwerk aangesloten worden via een gateway.

3.2.2       Welke rol kan het spelen in het voorschrijven van Smart Buildings?

Enerzijds kunnen de criteria die gebruikt worden voor de berekening van de score gebruikt worden als referentie bij het voorschrijven. Specifiek kunnen de criteria gebruikt worden om een smart building voor te schrijven waarbij de gebouwsystemen aangesloten zijn op een centraal IP netwerk (Smart Network). Anderzijds kan het label toegepast worden op een project tijdens de ontwerpfase en de uitvoeringsfase ter ondersteuning van het behalen van de vooropgestelde doelstellingen tot aan de oplevering. Ook tijdens de gebruiksfase van een gebouw is het mogelijk om het R2S-label te verkrijgen.

Ga naar volgende artikel: WELL
Keer terug naar de inhoudsopgave