Stap 4: Technische eisen in kaart brengen

Er dient onderzocht te worden welke technische eisen er moeten gesteld worden om de weerhouden functionele wensen te kunnen vervullen, zonder daarbij belangrijke randvoorwaarden zoals energieprestatie, veiligheid en privacy uit het oog te verliezen. Het gaat hierbij niet uitsluitend over het vastleggen van technische specificaties voor individuele componenten of installaties, maar ook over de architectuur van overkoepelende systemen. Dit zal mee bepalen hoe geavanceerd het gebouw is op vlak van Smart Building voorzieningen en technische installaties en welke technologische mogelijkheden deze systemen moeten bieden, vandaag én morgen.

Om op gebouwniveau een toekomstbestendige basisinfrastructuur te voorzien om Smart Building toepassingen op te enten, is het voorzien van een scheiding tussen de drie basislagen van een systeem (terreinequipment ; basisnetwerk gebouw ; toepassingen/diensten) aan te raden. Dit is ook een van de basisbeginselen die de Smart Building Alliance uit Frankrijk voorstelt voor het ‘smart ready’ maken van een tertiair gebouw (zie Figuur 16).

Figuur 16: Voorstel van Smart Building Alliance m.b.t. technische architectuur van Smart Building infrastructuur, ingedeeld in drie onafhankelijke lagen (R2S Frame of Reference, n.d.)

Uit de prioritering van de functionele wensen zal duidelijk geworden zijn of er nood is aan een zogenaamd ‘Building Operating System’ (BOS). Dit overkoepelend softwareplatform zal vooral nuttig zijn wanneer op gebouwniveau een verbinding aangewezen is tussen de verschillende gebouwsystemen (gebouwbeheer en technische installatie, FMIS, IWMS,…) en de data van deze verschillende systemen moeten kunnen samengebracht worden, en gebruikt worden in functie van extra diensten.

Er bestaan verschillende gradaties in het verzamelen van data van het gebouw, haar systemen en het gebruik ervan. Memoori (Memoori, 2020) maakt het onderscheid tussen datagebruik in functie van drie verschillende niveaus (zie Figuur 17):

  • Operationele efficiëntie: Bv. energiemanagement ; veiligheid & beveiliging
  • Optimalisatie: Bv. analyse gebouwbezetting/ruimte-optimalisatie ; demand-response & smart grid integratie
  • Innovatie & differentiatie: Bv. personalisatie van diensten ; virtuele assistenten
Figuur 17: Datagebruik in gebouwen kan in meerdere gradaties gebeuren. Bron: (Memoori, 2019)

Uit bovenstaande blijkt dat er bij de evolutie naar Smart Buildings meer en meer linken zijn tussen de verschillende afdelingen binnen een organisatie en/of externe organisaties die verantwoordelijk zijn voor het feilloos laten functioneren van het gebouw en haar systemen/installaties. Het gaat hierbij in het bijzonder over dienstverlening op vlak van IT en facility management. Het betrekken van de relevante interne diensten en/of externe organisaties bij het in kaart brengen van de technische eisen voor het bouw- of renovatieproject en hun ideeën ook aligneren waar nodig is dan ook onontbeerlijk. Ook zal met de verschillende partijen zo vroeg mogelijk in het proces nagedacht moeten worden over de mate van integratie die er gewenst is tussen de verschillende beheersystemen.

Bij de uitwerking van een Smart Building project moeten de verantwoordelijken voor IT en
facility management betrokken worden bij het vastleggen van de technische eisen.

Zoals eerder aangehaald is het belangrijk een basisinfrastructuur te voorzien die niet alleen aan de noden van de gebruikers vandaag kan voldoen, maar ook kan mee evolueren met toekomstige noden. Ook beheer en onderhoud van de systemen over de levensduur van het gebouw is een niet te vergeten aspect bij het ontwerp van de systemen. Interoperabiliteit, compatibiliteit en openheid van systemen en hun onderdelen hebben een belangrijke invloed op de toekomstbestendigheid ervan (zie hoofdstuk 4.1). Hier dient dan ook de nodige aandacht naartoe te gaan bij het in kaart brengen van de technische eisen.

Binnen het referentieel ‘Ready2Services’, ontwikkeld op initiatief van de Smart Building Alliance in Frankrijk, worden er zes domeinen onderscheiden waarvoor eisen gesteld worden die ertoe bijdragen om (een digitale infrastructuur in) een gebouw te realiseren dat toekomstbestendig is (zie Figuur 18). De gedefinieerde eisen in elk van de zes domeinen kunnen een inspiratiebron zijn bij het oplijsten van de technische eisen die aan de digitale infrastructuur van het gebouw gesteld worden.

Figuur 18: Het referentieel ‘Ready2Services’ definieert zes domeinen waarvoor eisen gesteld worden die ertoe bijdragen om (een digitale infrastructuur in) een gebouw te realiseren dat toekomstbestendig is (R2S Frame of Reference, n.d.)

Ga naar volgende artikel: Stap 5: Richting een bestek
Keer terug naar de inhoudsopgave